- kledder
- kledder1{{/term}}〈de〉1 éclaboussure 〈v.〉 ⇒ 〈inkt op papier〉pâté 〈m.〉♦voorbeelden:1 kledders modder op je broek hebben • avoir de la boue sur son pantalon————————kledder2{{/term}}〈bijvoeglijk naamwoord〉→ {{link=kleddernat}}kleddernat{{/link}}————————kledder3{{/term}}〈tussenwerpsel〉1 flac!
Deens-Russisch woordenboek. 2015.